Doel RD4

RD4 is een diagnostisch instrumentarium voor het analyseren van de rekenontwikkeling en rekenproblemen van kinderen in de basisschoolleeftijd. Het programma maakt de rekenontwikkeling van de leerling visueel inzichtelijk. De kleuren in het profiel geven aan wat de leerling al beheerst en op welk handelingsniveau. Dat biedt aanknopingspunten voor het zorgvuldig afstemmen van het rekenonderwijs op de ontwikkeling van individuele leerlingen.

Het ultieme doel
RD4 creƫert optimale kansen voor een goede ontwikkeling van rekenkundige kennis en vaardigheden.

Doelgroep

RD4 omvat de leerstof van groep E1 tot en met M8. De doelgroep bestaat uit leerlingen van groep 2 tot en met groep 8, maar ook leerlingen uit de onderbouw van het vo kunnen met RD4 worden onderzocht. Zwakke leerlingen van groep 2 en 3 kunnen nog worden terug getoetst tot op het niveau van E1.

Kenmerken RD4

Adaptief
RD4 ondersteunt de onderzoeker bij het adaptief afnemen van rekenonderzoek. De onderzoeker bepaalt zelf de route door het programma, afhankelijk van het niveau en de problematiek van de leerling. Het resultaat wordt zichtbaar in een profiel aan de hand waarvan een ontwikkelingsperspectief en begeleidingsplan voor de leerling kan worden opgezet.

Helpende hand

Onderzoekt de kern van rekenen
RD4 focust op de kern van rekenen: tellen, kennis van getallen, optellen en aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Kennis en vaardigheden op deze gebieden vormen de basis voor bewerkingen op alle domeinen van rekenen en ook voor wiskunde. Bij een goede ontwikkeling bouwt de leerling een netwerk van kennis en vaardigheden op. Als de leerling op deze gebieden problemen ervaart loopt het risico’s voor de verdere ontwikkeling bij rekenen en wiskunde.
Het belangrijkste is dan ook preventie van problemen op deze gebieden en, als er toch problemen ontstaan, zo snel mogelijk ingrijpen. Dit wordt in het protocol ERWD uitvoerig beschreven. RD4 sluit hier op aan.

Focust op inzicht
RD4 focust op de ontwikkeling van kinderen in de basisschoolleeftijd.
RD4 is opgezet aan de hand van de vier handelingsniveaus van het handelingsmodel, zoals beschreven in het protocol ERWD. Aan de hand van de vier handelingsniveaus kan de onderzoeker achterhalen of de leerling begrijpt wat hij doet.

Eenvoudig in gebruik
De navigator in de matrix helpt de onderzoeker om snel routes te kunnen kiezen door de leerstof.
Er zijn drie mogelijkheden.
De onderzoeker kan van links naar rechts en van rechts naar links door de groepsniveaus heen delen van het onderzoek afnemen, bijvoorbeeld van E4 terug naar M4 of door naar M5.
De onderzoeker kan van boven naar beneden snel van leerstoflijn wisselen, bijvoorbeeld van vooruit tellen (T4) naar terug tellen (T5) of van optellen (OA13) naar aftrekken (OA14).
De derde mogelijkheid is om binnen een item van handelingsniveau te wisselen, bijvoorbeeld van niveau 2 (werken met afbeeldingen) naar niveau 1 (werken met materiaal).

Tellen

Eenduidige conclusies, direct visueel zichtbaar
Doordat de items gestandaardiseerd zijn aan de hand van de SLO-doelen voor rekenen, zijn de resultaten eenduidig te interpreteren.
Het profiel maakt inzichtelijk hoe ernstig de problemen zijn. Ook de aard van de problematiek wordt inzichtelijk. Het kan bijvoorbeeld gaan om automatiseren van optellen tot 100 of om niveauverhoging van het werken met materialen naar het rekenen uit het hoofd of op papier.

Duidelijke aanknopingspunten voor begeleiding
Doordat de aard van de problematiek aan de hand van het profiel zichtbaar wordt, kan adequate begeleiding vrij snel worden ingezet. Met ouders en leraren kunnen afspraken worden gemaakt over de optimale begeleiding van de leerling.

Valide en betrouwbaar
Een eerste wetenschappelijk onderzoek bij ruim 300 leerlingen in 2017, verspreid over Nederland, heeft aangetoond dat RD4 een valide en betrouwbaar instrument is. Een tweede onderzoek in 2022 bij ruim 500 leerlingen toont eveneens een sterke interne samenhang van de leerlijnen en de items en een hoge correlatie met de Cito functioneringsniveaus. Zie samenvatting validering. Dit betekent dat RD4 een valide en betrouwbaar instrument is.

Draagt bij aan standaardisering
Doordat de items gevalideerd zijn en de resultaten betrouwbaar zijn, draagt RD4 bij aan landelijke standaardisering van kwalitatief onderzoek naar problemen bij rekenen. Onderzoekers voeren het diagnostisch onderzoek adaptief uit, afhankelijk van de problematiek van de leerling, maar conclusies aan de hand van leerlingprofielen zijn eenduidig en onderling vergelijkbaar. Dat betekent dat onderzoekers met elkaar prestaties van leerlingen kunnen bespreken en onderling informatie kunnen uitwisselen. Standaardisering kan ook bijdragen aan de discussie over onderscheid tussen rekenproblemen en dyscalculie.

Afgestemd op de leerlijnen van alle gangbare rekenmethodes en leerlijnen SLO
De leerstoflijnen in RD4 zijn gebaseerd op de meest gangbare rekenmethodes en op de leerlijnen voor rekenen van de SLO. Daardoor sluiten de opdrachten goed aan bij vrijwel alle Nederlandse rekenmethodes.